Het statief: nog steeds noodzakelijk?
Er was een tijd dat een statief hét verschil maakte tussen amateur en professional. Scott Kelby zei het ooit treffend:
Over het statief
Als er een ding is waaraan je het verschil tussen een Professionele fotograaf en een Amateur herkend , dan is het statief . Een Professional werkt altijd met een statief , zelfs bij daglicht . Het kost inderdaad meer moeite zo'n ding met je mee te slepen, maar het resultaat is het dubbel en dik waard
Scott Kelby
Maar intussen zijn we een paar generaties camera’s verder.
Vroeger zat de stabilisatie in de lens — als je geluk had. De meeste camera’s hadden geen IBIS (In-Body Image Stabilization), dus wie scherpe beelden wilde bij weinig licht, had gewoon geen keuze: je werkte met een statief. Punt.
Vandaag is dat anders. Moderne camera’s zijn bijna allemaal uitgerust met IBIS, sommige tot wel 8 stops stabilisatie. Daarmee kun je foto’s uit de hand nemen die vroeger ondenkbaar waren. Nachtfotografie? Kan soms zelfs zonder statief. Studio-opnames? Tethered, met flitslicht? Ook dan blijft je beeld vaak scherp — zelfs als je handheld werkt.
Dus... heeft het statief afgedaan?
Nee. Zeker niet. Maar het is niet meer de absolute noodzaak van vroeger. Het is een hulpmiddel, geen verplichting. In sommige gevallen is het nog steeds onmisbaar:
– Lange sluitertijden
– Astrofotografie
– Timelapses
– Zelfportretten met precisie
– Product fotografie
Maar het moet gezegd: de rol is veranderd.
En ook het statief zelf is geëvolueerd.
– Ooit was het gemaakt van hout – robuust, maar zwaar
– Daarna kwamen stalen modellen – nog zwaarder
– Toen volgde aluminium – eindelijk wat draagbaarder
– En nu? Carbon statieven: licht, stevig, duur.
Een goed statief kost wat – soms niet weinig – maar het is een investering die jaren meegaat… áls je hem nog gebruikt.
Dus ja, ik sleep nog steeds een statief mee. Niet altijd, maar vaak genoeg. Omdat het me vrijheid geeft — de vrijheid om te kiezen wanneer ik het gebruik. Niet omdat ik moet, maar omdat ik wil.
Jack Vector